Doorleven, van pijn naar kunst
Hoe heb ik het ervaren om een heel schooljaar zo’n zwaar en belangrijk maar onderbelicht onderwerp in het licht te zetten?
Ik deel dit met jullie om meer begrip en aandacht te vragen voor maatschappelijke kunst en daarbij ook voor het onderwerp zelfdoding. Loop met mij mee door het tot stand komen van mijn project.

Over Doorleven
Ik ben afgestudeerd met het project: Doorleven.
Met "Doorleven", zet ik mij in voor nabestaanden van zelfdoding.
Toen ik 16 was, pleegde mijn beste vriendin zelfdoding, een gebeurtenis die mij deed inzien hoe belangrijk het is om het taboe rond dit gevoelige onderwerp aan te pakken. Ik streef naar het creëren van een gezondere en ondersteunende gemeenschap voor iedereen. We maken ruimte voor begrip, empathie, liefde en het allerbelangrijkste: rouw. Deze vorm van rouw verdient een podium. Ik geloof dat we door begrip te creëren voor zelfdoding en de rouw ervan, het stigma verminderen.
"Doorleven" is een mixed media project dat de moeilijke reis van nabestaanden afbeeldt. In het fotoboek leid ik het publiek door de stadia van rouw. Ik beeld de stadia van rouw uit in fotografie, illustratie en poëzie, omdat woorden en beeld de emotie versterken. Hieruit ontstaat een combinatie van collage, vormgegeven teksten en fotografie.
De vorm van "Doorleven" is een fotoboek. A5 dagboek formaat, persoonlijk en kwetsbaar, vandaar kaftloos. Met een boekje kan je de tijd nemen, dus bepaal ik niet de snelheid die lezers nodig hebben om het in hun op te nemen. Want rouwen doet iedereen op hun eigen tempo.
Waarom dit als afstudeerproject?
Vier jaar geleden had ik een documentaire gemaakt over mijn beste vriendin, Elize:
“De weg naar Elize” . Ik was zestien toen zij overleed en negentien toen ik de documentaire maakte. Op drieëntwintigjarige leeftijd, voelde ik een sterke drang om meer aandacht te schenken aan nabestaanden van zelfdoding, aandacht die ik zelf soms miste in mijn rouwproces.
Toch vond ik het in het begin eng om dit project binnen een academische omgeving te realiseren. Ik wilde mensen absoluut niet van streek maken, maar vooral helpen. Toen ik de keuze had gemaakt om het toch te doen, begon een intense reis vol liefde, kracht en voorzichtigheid. Hoewel ik in het begin misschien iets te voorzichtig was, besefte ik later dat ik sommige wonden moest openhalen om ze echt te kunnen helen—ook voor mezelf.

Uitdagingen en doelgroep
Dit project bracht veel uitdagingen met zich mee, vooral vanwege de druk om iets persoonlijks en ingrijpends af te ronden. Afstuderen terwijl je een van de grootste trauma’s in je leven verwerkt, zorgt voor stress. Elk beeld werd nauwkeurig ontleed door de docenten, ik voelde me soms niet begrepen en moest ook nog aan richtlijnen van de academie voldoen. Dat leidde tot een makersblok. Toch bleef ik vertrouwen houden dat ik het kon. Ik vroeg constant om feedback en bleef kleine aanpassingen maken. Elke keer kreeg ik opmerkingen als: "Dit is een goed begin, maar maak de foto opnieuw en verbeter hem", of "De tekst is onduidelijk", en "Dit is te cliché". De constante kritische feedback heeft me echt gepusht, en daar ben ik dankbaar voor; anders was ik nooit op tijd klaar geweest.
Toch had ik er met liefde nog een jaar aan gewerkt als dat had gekund, want ik heb het uiteindelijk maar net op tijd afgerond. Je ligt onder enorm veel druk in zo’n afstudeerperiode. Je werkt niet alleen aan je project, je hebt ook deadlines voor losse andere vakken. Ook de leerinstelling verwacht een bepaalde manier van lesgeven die in een kunstacademie misschien voor meer slechts, dan goed zorgt. Als ik meer rust had gehad in mijn ontwikkelingsproces had ik betere keuzes gemaakt.
Mensen hebben tegenwoordig moeite met zich verplaatsen in de emoties van andere mensen, tot zover dat als het ze niet meteen aanspreekt ze er ook geen moeite voor willen doen om iets te begrijpen. Die empathie die ik zo mis in de wereld om mij heen, die wilde ik geven aan de nabestaanden. Dus, hoewel het werk misschien niet meteen aansluit bij wat de kunstwereld waardeert, was het daar eigenlijk ook niet voor gemaakt.
Dit project was namelijk gemaakt voor een andere doelgroep: nabestaanden van zelfdoding. Een verrassend krachtige groep mensen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Dat ik met ze deelde. Ik heb met veel enorm lieve nabestaanden gesproken en heb hiernaast ook gesprekken gevoerd met professionals die rondom dit onderwerp werken. In deze gesprekken vielen mij een paar dingen op:
Er heerst veel onbegrip rond deze rouw, zowel vanuit de nabestaanden zelf als hun omgeving.
Kritiek op de vorm van dood (zelfdoding) wordt vaak op de nabestaanden geprojecteerd, wat hun situatie bemoeilijkt.
Veel nabestaanden hebben nog steeds veel liefde voor hun dierbare en het leven.
De eerste twee punten herkende ik sterk, maar het laatste punt verraste me en gaf me inspiratie. Zelf ben ik lange tijd depressief geweest en pas de afgelopen jaren heb ik hier minder last van. Deze gesprekken hebben niet alleen mijn beeldstijl en poëzie maar ook het verloop van het narratief in het boek sterk beïnvloed, en quotes uit deze gesprekken met de nabestaanden en professionals zijn in het boek verwerkt om zowel nabestaanden als hun omgeving meer begrip te bieden en handvatten te geven. Ook mijn eigen gedachten lopen door het boek heen, als stille woorden van hoop en verbondenheid.
"Hoe kon ik mijn eigen emoties via anderen laten zien?"
Proces
Toen ik aan dit project begon, was ik al lang begonnen met schrijven. Ik schreef al over de dood van Elize sinds ze dood is. Over de jaren heen had ik heel wat gemaakt over dit project zonder dat ik het doorhad.
Ik zat door de mentale zwaarte van het project in een makersblok, ik bleef steeds bij voor mij bekend terrein: zelfportretten. Elke fotografie opdracht die ik maakte onder de corona tijd van mijn studie was een zelfportret. Omdat ik altijd werk maak over mijn eigen ervaring met mentale gezondheid en hoe dat er in mijn beleving uit zag. Hoe kon ik mijn eigen emoties via anderen laten zien?
Mijn afwezig vertrouwen in anderen belemmerde mijn ervaring met samenwerking. Daar lag mijn grootste uitdaging. Hoe ging ik iets ontastbaars, emotie, vastleggen op beeld? Ik moest dus stap voor stap uit mijn veilige bubbel stappen om dit te kunnen fotograferen. Want zonder die afslag ging het alleen over mij, en dit moest juist over ons gaan, wij nabestaanden. Daarom besloot ik als eerste Britt om hulp te vragen, een vriendin van Elize en van mij. Ze staat dicht bij mijn eigen emoties dus dit voelde als een fijne eerste stap naar buiten. Wij vonden vriendschap in onze gedeelde rouw. Met de hulp van mijn moeder en een vriendin van mij hebben we een fotoshoot georganiseerd. Dat was mijn eerste officiële start voor de rest van het boekje, waarvan ik toen nog niet wist dat het een boekje werd. Alle modellen die hier aan hebben meegewerkt hebben ervaring met rouw, trauma of zelfdoding.
Ik had ook veel moeite met de vorm van mijn project. Ik had al zoveel gedaan in deze studie. Ik kwam binnen als fotograaf, toen wilde ik de film in, dus maakte ik een documentaire en een fictiefilm, en nu? Ik moest hiervoor terug naar mijn kern. Ik wilde helemaal geen regisseur worden, maar fotograaf. Ik stond op school niet algemeen bekend als fotograaf. Eerder als een duizendpoot met een groot rechtvaardigheidsgevoel die zich inzette voor mentale gezondheidskwesties. En werd naar mijn eigen idee ook onderschat in mijn kunnen daardoor. Ik vind dat deze opleiding er juist voor is om jezelf uitdagingen te geven, nieuwe dingen te proberen en jezelf te ontwikkelen in andere disciplines, zeker op de kunstacademie. Je hoeft niet bij een vakgebied te blijven, je hebt nog je hele leven als beeldmaker voor je. Hier kan je nog fouten maken, in de grotemensenwereld zijn die fouten veel minder vergeeflijk.
Dus, na 3 jaar fladderen ben ik weer neergestreken bij mijn eerste liefde: Fotografie.Tijdens een gesprek met een van mijn docenten hadden we het over mijn mediavormgeving achtergrond (ja dat heb ik ook nog gedaan) en zei ze: waarom maak je eigenlijk geen fotoboek? Ik wilde voorkomen dat ik een saai fotoboek zou maken dat iedereen al ging maken. Dus ik startte met een analoog ideeënboek, een soort plakboek. Het kwam vol met illustraties, collages van mijn fotografie en poëzie en schrijven. Het boek van de maker. Hierdoor kon ik mijn creativiteit vloeiend houden.Het was een manier om bij mijzelf te blijven, zoals de manier waarop ik al pratend mijn problemen oplos, kwamen mijn ideeën hier door mijn handen op papier en gaven mij nieuwe inspiratie.
Gedichten
Het schrijven van de poëzie voor dit project was een pijnlijk, maar belonend proces. Veel van de gedichten ontstonden terwijl ik door tranen heen schreef. Ik deelde ze met vrienden, andere nabestaanden, en mijn moeder. Om dit boekje te maken, moest ik alles wat ik de afgelopen acht jaar had gevoeld in acht maanden herbeleven. Het voelde alsof ik terug in de tijd ging om er uiteindelijk voorgoed een pleister op te plakken.
Ik begon bij het punt waar ik zelf emotioneel stond. Zo schreef ik het gedicht “Mama zei tegen me.” Dit gedicht gaat over de essentie van rouw; rouw is liefde die nergens naartoe kan. Hoe meer je van iemand houdt, hoe groter je gemis. Met dit gedicht wilde ik het boekje openen, zodat lezers langzaam aansluiting konden vinden en in het juiste gevoel kwamen.
Daarna beschreef ik het gevoel dat ik vooral in het begin van mijn rouw ervoer; het gevoel dat de wereld om mij heen sneller ging dan ik aankon. Lange tijd kon ik niet goed meekomen met de mensen om me heen, wat eenzaamheid met zich meebracht. Door die afstand vond ik nooit volledige aansluiting. Het voelde alsof ik mezelf verloor in de rouw. Elke dag groeide mijn angst dat ik nóg iemand zou verliezen, of dat ikzelf zou vertrekken.
De moeilijkste fase om te beschrijven was de periode waarin ik boos was op alles en iedereen— zelfs op Elize. Die boosheid bracht een schuldgevoel met zich mee dat moeilijk te verwerken was. Zo ontstond het gedicht “Lieve Elize,” een gedicht dat recht uit mijn hart komt. Dit moment markeerde voor mij het begin van het verwerken van alle pijn.
Nu leek het allemaal snel te gaan als ik het zo samenvat, maar het duurde echt 8 jaar voordat ik er over kon schrijven en anderen kon helpen. De laatste paar gedichten symboliseren dan ook het loslaten van alle negatieve emoties. Hier maak ik ruimte voor het verdriet. Zoals ik laatst nog zei: “Mijn verdriet mag er zijn, en ik ook.”
Conclusie
"Doorleven" is niet zomaar een project; het is een uitnodiging tot dialoog, begrip, en medeleven voor een onderwerp dat vaak in stilte wordt gedragen. Het project heeft me uitgedaagd om mijn eigen pijn om te zetten in beeld, tekst en poëzie en heeft me geleerd dat rouw niet alleen een individuele reis is, maar ook een gemeenschappelijke ervaring die ons verbindt. Daarom deelde ik hier met jullie de reis die tot doorleven heeft geleid.
Ik ben zeker nog niet klaar met dit project en ben inmiddels bezig met het verbeteren en uitbrengen van het boek. Zo kan ik hem met nog meer mensen delen.
Wil jij hem ook lezen? Neem contact op of kom 23 november 2024 naar de dag van de nabestaanden van Rogier Hulst Fonds.
Dit project kwam tot stand met de hulp van Cultuurfonds Brabant, alle donateurs, Rogier Hulst Fonds, 113 Zelfmoordpreventie, Stichting Zelfhulp Netwerk Zuidoost-Brabant, alle gesproken nabestaanden en al de modellen.
Auteurs: Yara Schröder en Yael Gebhardt
